et icarusblauwtje is vooral een graslandvlinder, die vrij algemeen voorkomt op bloemrijke plaatsen.
Blauwtjes zijn genoemd naar de helderblauwe bovenzijde van de voorvleugels. Bij het vrouwtje van het icarusblauwtje heeft de voorvleugel een variabele hoeveelheid bruin.
Het icarusblauwtje heeft een spanwijdte van 26 tot 32 mm.
Je herkent het icarusblauwtje best aan de onderzijde van de vleugels, goed te zien wanneer de vlinder met de vleugels gesloten zit. Naast een zwart vlekkenpatroon zitten er dichtbij de vleugelrand ook oranje vlekjes.
Erg bruine varianten van vrouwelijke icarusblauwtjes kunnen verward worden met het bruin blauwtje. Wie denkt een bruin blauwtje gezien te hebben.
In tegenstelling tot boomblauwtjes zie je het icarusblauwtje vaak vrij dichtbij de grond. Ze zoeken nectar op ondermeer de volgende planten: akkerdistel, boerenwormkruid, jacobskruiskruid, heelblaadjes, wilde marjolein, margriet, knoopkruid en klaversoorten.
De rups van het icarusblauwtje is vrij kieskeurig: hij verkiest enkele klaversoorten als voedsel, met een voorkeur voor rolklaver (zowel gewone als moerasrolklaver), hopklaver en kleine klaver.